Wat is de betekenis van salueren?

salueren - regelmatig werkwoord uitspraak: sa-lu-e-ren 1. groeten op een militaire manier ♢ hij salueerde naar de overste Regelmatig werkwoord: sa-lu-e-ren ik salueer jij/u salueert...

[Fr. saluer, van Lat. salutare = iem. salve zeggen, groeten; zie salve] groeten (op mil. wijze).

groeten (mil.)

1. de militaire wijze van groeten; 2.bij de scheepvaart is het gebruikelijk dat schepen elkaar groeten door de natievlag tot ongeveer halfstok te laten zakken en daarna langzaam weer in top te hijsen. Elk koopvaardijschip is verplicht het eerst te salueren voor een oorlogsschip.

groeten

v., saluëarje, oanslaen, groetsje.

(salueerde, heeft gesalueerd), (<Fr.), groeten, begroeten, t.w. op bepaalde, voorgeschreven wijze, gezegd met betr. tot schepen en bij militairen: met de degen salueren.

groeten.

gesalueerd (Fr. groeten; mil. de militaire groet brengen, aanslaan).