salueren - regelmatig werkwoord
uitspraak: sa-lu-e-ren
1. groeten op een militaire manier
♢ hij salueerde naar de overste
Regelmatig werkwoord: sa-lu-e-ren
ik salueer
jij/u salueert
hij/zij salueert
wij/zij/jullie salueren
ik/jij/u/hij/zij salueerde
wij/zij/jullie salueerden
hij heeft gesalueerd
saluerend, saluerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
salueren
betekenis & definitie