Wat is de betekenis van safari?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

safari

Het begrip safari heeft 3 verschillende betekenissen: 1) reis of excursie om tropisch wild te zien. georganiseerde reis of excursie in Afrika om het plaatselijke wild te zien in zijn natuurlijke omgeving; reis of excursie om tropisch wild te zien. 2) reis of excursie om plaatselijk wild te zien. reis of excursie buiten de tropen om h...

2024-04-26
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

safari

vaak als min of meer avontuurlijk beschouwde reis of excursie door een bepaald gebied zonder dat de nadruk ligt op het plaatselijk wild of de natuur Nog op zoek naar een origineel cadeau of een uitstap tijdens de vakantie? Ga op safari in Charleroi, de lelijkste stad ter wereld. http://www.bright.nl/stadssafari-de-lelijkste-stad-ter-wereld,...

2024-04-26
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Safari

Safari - op safari gaan: relletjes bestrijden (Amsterdam). Sinds 1967 wordt geoefend op beheersing van geweld. Men probeert zoveel mogelijk te vermijden dat de politie er met de platte pet tegenaan gaat en zomaar in het wilde weg op iedereen begint in te slaan. De opleiding binnen het Utrechtse korps staat voor velen model, want het incasseringsver...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

safari

safari - zelfstandig naamwoord uitspraak: sa-fa-ri 1. tocht door een gebied waar wilde dieren leven ♢ Kees ging in Afrika op safari Zelfstandig naamwoord: sa-fa-ri de safari de safari's...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Safari

[Swahili-woord, van Arab. safar = tocht, reis] expeditie in tropisch land om op groot wild te jagen, tegenwoordig vnl. om het te observeren, te fotograferen of te filmen.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Safari

jachtexpeditie

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

safari

in Zuid- en Oost-Afrika een karavaantocht met dragers. „Heia safari!” betekent „voorwaarts, karavaan!”, speciaal gezegd van de typische Afrikaanse jachtexpedities op groot wild.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

safari

grootskaalse jagtog; groot, toegeruste jaggeselskap.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

safari

jacht; jachtstoet [in Afrika]; expeditie.