Safaripark
groot omheind gebied, ook in niet-tropische landen, waarin groot wild (vooral leeuwen) in vrijheid leeft.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
groot omheind gebied, ook in niet-tropische landen, waarin groot wild (vooral leeuwen) in vrijheid leeft.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Swahili, safari, voetreis], o. (-en), een ruim, speciaal voor grote exotische dieren (leeuwen, neushoorns, giraffen, olifanten enz.) ingericht gebied, waarin deze dieren min of meer als in de vrije natuur rondlopen, en door bezoekers vanuit auto’s of bussen veilig geobserveerd kunnen worden. In een safaripark kan men allerlei gevaarlijke gro...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: