Wat is de betekenis van saai?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Saai

bn. bw. (-er, -st), weinig levendig, waarvan weinig uitgaat, niet amusant, vervelend, droog: het is een saaie vent; een saaie boel is ’t hier ; — traag, niet vlot.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

saai

(2018) (jeugd) het interesseert mij niet. • Saai. Een van de vreemde fenomenen in jongerentaal: iets hoeft niet écht saai te zijn om saai genoemd te worden. Saai betekent ook: “Het interesseert me niet.” (Jongerentaal in het Nieuwsblad, 11/12/2018)

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

saai

saai - bijvoeglijk naamwoord 1. gewoon, niet bijzonder ♢ haar uitstraling is een beetje saai 1. een saaie piet [een saai persoon] 2. zonder afwisseling ...

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Saai

wollen stof

2025-07-15
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

saai

saai - Duurzame keper van kamgaren of met de schering van kamgaren en de inslag van een ander wolgaren. Het heeft een gladde afwerking met een platte diagonale ribbel en wordt vaak gebruikt voor kledingstukken die op maat worden gemaakt, zoals pakken, jassen en jurken.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

saai

Wollen of halfwollen breigaren, weefgaren e.d.; sajet, thans veelal: wol. De wijsvinger zat geknobbeld om de beweeglijke haak, die langzaam maar zeker een kunstprulwerk voortbracht. Een bol saai lag diep in haar schoot, BOON 1977, 117. Afl.: saaien (Wdl.), (thans w.g.) van sajet gemaakt, wollen.