Wat is de betekenis van Saaien?

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

saaien

(saaide, heeft gesaaid), uitwijkend passeren, ontwijken, (als voetbalterm) passeren, omspelen van een aantal tegenstanders. Archie probeerde Alexander te pakken te krijgen, maar deze kon geweldig goed rennen en saaien. Zo verschalkte hij Archie keer op keer (Rappa 1984: 20, over spelende kinderen). -Etym.: Vgl. E to side = opzij zetten, zijwaarts g...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Saaien

o. (-s), nauw gebreid schrobnet voor de garnalenvisserij. Ook SAAIEM en SAAI.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

saaien

1. o. saaiens (schrobnet met kleine mazen). 2. bn. (van saai: Z.-N. van sajet).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

saaien

('sa:iən) I. o. (-s) [wseh. Eng. < Lat. sagena. net] net met kleine mazen voor de garnalenvisserij. II bn. van → saai (I) : een kussen.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Saaien

Het begrip saaien heeft 2 verschillende betekenissen: 1. saaien - saaien - onverb. bn. van saai: een saaien gordijn. 2. saaien - saaien - o. (-s), nauw gebreid net voor de garnalenvisscherij.