ronde
(19e eeuw) (Ned., horeca) pannenkoek. • Ronde (Een -, (rest.), een pannekoek. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2023)
(19e eeuw) (Ned., horeca) pannenkoek. • Ronde (Een -, (rest.), een pannekoek. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
Marc De Coster (2017)
Ronde - in de benoeming van een- of meerdaagse wegwedstrijden, bijv. Ronde van Lombardije, Ronde van Zwitserland. Ronde ook voor: omtrek van het parcours. De Ronde is ook de Vlaamse benaming voor de Tour de France.
drs. Toine van Hoof (2017)
Deel van een wedstrijd of toernooi, waarbij de deelnemers zonder van tafel te veranderen een bepaald aantal spellen spelen. Bij parenwedstrijden is het gebruikelijk dat in iedere ronde twee, drie of vier spellen worden gespeeld. Zie ook: zitting
Muiswerk Educatief (2017)
ronde - zelfstandig naamwoord uitspraak: ron-de 1. ergens lopen om te controleren ♢ de nachtwaker liep zijn ronde 1. allerlei praatjes doen de ronde [worden verspreid] ...
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
ronde: etappewedstrijd of eendagswedstrijd, meestal verbonden aan een land of streek, ook een volledige toer op een wielerbaan. Vele landen organiseren een eigen ronde.
Marc de Coster (2009)
In de benoeming van een- of meerdaagse wegwedstrijden, bijv. de Ronde van Lombardije, de Ronde van Zwitserland. De term ‘ronde’ wordt ook gebruikt voor de omtrek van het parcours. Verder is ‘de Ronde’ de Vlaamse benaming voor de Tour de France, soms ook voor de Ronde van Vlaanderen (in 1913 gesticht door journalist en mislukt renner Karel van Wijne...
Jan Luitzen (2009)
(de; -n, -s) - al de holes (spelen) van een golfbaan: een ronde spelen; een complete ronde is meestal 18 holes vastgestelde ronde. (het spelen van) de holes van de baan in hun juiste volgorde, tenzij de commissie anders heeft bepaald. • Speel niet te veel golf. Twee rondes per dag is meer dan genoeg. (Harry Vardon)
Jan Luitzen (2009)
(de; -n, -s) 1 - wielerwedstrijd waarbij een land(streek) wordt doorkruist: hij rijdt jaarlijks minstens één grote ronde en een aantal kleine; Ronde van Frankrijk, Tour de France. 2 - (bij wedstrijden op de wielerbaan) eenmaal de omtrek van de baan. 3 SP - formeel begrensd deel van een wedstrijd of van een reeks wedstrijden
Jan Luitzen (2008)
(de; -n, -s) 1 SP - wedstrijd of serie wedstrijden waarbij de winnaar zijn kans op de eindoverwinning behoudt, maar de verliezer daarvoor wordt uitgeschakeld; zich kwalificeren voor de volgende ronde. 2 LO - eenmaal de omtrek van de atletiekbaan: de bel voor de laatste ronde.
Walter De Clerck (1981)
Cirkel, kring; ook: omtrek; tien uren in de ronde, in het rond (gall., naar fr. a la ronde). Zij droegen ... een blauw geschilderd Lievevrouwken, een duim groot. Het was hier ten tijde der Spanjolen aangespoeld en werd nu vereerd, wel veertig uren in den ronde, voor het keren van de jaren, TIMMERMANS 1966, 56. De toehoorders zaten in...
Rina Barbier (1977)
Gezelschapsdans, waarbij de dansers elkaar bij de hand houden en een cirkel vormen rond een imaginair middelpunt, een boom, een gewijde steen of een stilstaande danser. De rondes worden meestal met zang begeleid. In alle beschavingen en in alle periodes van de geschiedenis komen rondes voor, hoewel in de middeleeuwen het frequentst. Uit de ronde on...
M. J. Koenen's (1937)
v. -n; 1. bol, sfeer, vero.: ronden zonder tegenwicht; 2. Z.-N. cirkel, kring: een ronde tekenen; fig. de dag sluit zijn ronde; II. v. -s; (Fr. ronde): 1. rondgang door een patrouille met het doel de wachtposten te controleren, voor de veiligheid te zorgen enz.: de ronde doen; 2. in het alg. rondgang, omgang om te zien of alles in orde is: de age...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Rondgang van een militaire patrouille, van een officier of van een onderofficier tot verzekering van de orde, rust en veiligheid en tot contrôle van de waakzaamheid der wachten en der schildwachten.
Jozef Verschueren (1930)
(’rondə) v.(-n,-s; -tje, rondje) A. iets dat rond is nl. Veroud. bol, sfeer, inz. van het Ptolemaïsch wereldstelsel : Vondel spreekt van de -n des hemels. B. (ook -s als mv.) I. Eig. 1. Algm. het rondgaan, rondgang : de brievenbesteller, de pastoor is op (zijn) -. 2. Inz. a..Mil.rondgang inz. ’s nachts door een patrouille, om de...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-n, -s), 1. (hist.) halfrond verdedigingswerk; 2. wielerwedstrijd waarbij een bepaalde route door provincie, streek of land wordt afgelegd: de ronde van Frankrijk; 3. (bij wedstrijden in een manege of wielerbaan) eenmaal de omtrek van de baan: hij was de anderen twee ronden voor; elk van een aantal spelen of beurten dat een geheel vormt in...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: