veldgewas, waarvan de prijs sinds 1535 elk jaar door de magistraat van Breda moet worden vastgesteld; in 1966 kwam dit nog op ƒ21,35 per hectoliter; in 1984 op ƒ 36,75; de prijs wordt in een advertentie openbaar gemaakt naar aanleiding van de Thoornsche markt der rogge. De Abdij van Thorn had in verschillende Westbrabantse plaatsen landerijen in bezit, waarvan de pachters de pacht in de vorm van rogge moesten betalen, later in geld. al bleef de rogge de grondslag.
Het stadsbestuur van Breda moest toen elk jaar de gemiddelde prijs van de rogge vaststellen.Bron: Brieven van Paulus; De Stem, 12-3-85.