Wat is de betekenis van riskeren?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

riskeren

riskeren - regelmatig werkwoord uitspraak: ris-ke-ren 1. het risico nemen ♢ iemand kan ons betrappen; dat moeten we maar riskeren Regelmatig werkwoord: ris-ke-ren ik riskeer jij/u riskee...

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

riskeren

dreigen: het riskeert te regenen Daardoor riskeren mensen die nood aan informatie, aandacht en steun hebben, in de kou te blijven staan. - GvA, 27-08-2002.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Riskeren

(risqueren) gevaar lopen; wagen

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Riskeren

wagen; gevaar lopen

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Riskeren

v., noedzje, aventûrje, riskearje; (het verlies van) iets, eat yn it aventûr sette.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Riskeren

zie RISQUEREN.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

riskeren

wagen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

riskeren

(ris'ke:rən) (riskeerde, heeft geriskeerd) [risico] op het spel zetten, wagen, gevaar lopen : hij riskeert zijn hele fortuin; zich te ruïneren.