rijzen
rijzen - onregelmatig werkwoord uitspraak: rij-zen 1. vorm, gestalte krijgen ♢ er zijn enkele problemen gerezen 2. omhoog komen ♢ het brood moet eerst rijzen, voor je het bakt Onregel...
Muiswerk Educatief (2017)
rijzen - onregelmatig werkwoord uitspraak: rij-zen 1. vorm, gestalte krijgen ♢ er zijn enkele problemen gerezen 2. omhoog komen ♢ het brood moet eerst rijzen, voor je het bakt Onregel...
Hans Heestermans (1977)
rijzen - omhooggaan (van het mannelijk lid). Daer suol (= zwol, H.) mijn dolek, ... Doe hij mij rees, ducht (= leek, H.) mi des guedt (een oud man spreekt, H.), in Ts. 14, 141 [1550-1566].
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., rize, riizje, heve, heevje: (van water), opsette; het —, de riis; het wil — (van baksel), der sit riis yn; -d, rizich.
M. J. Koenen's (1937)
I. bn.; van rijs gemaakt: rijzen bezems. II. rees, is gerezen; 1. overeind gaan staan, zich oprichten: van zijn zetel rijzen; scheepst. rijzen! rijzen! rijzen! stuurboordskwartier rijzen!, woorden, waarmede in het volkslogies (vroeger) de manschappen gewekt werden; zijn haren rezen te berge; 2. zich (geleidelijk) naar boven in opwaartse richting b...
Jozef Verschueren (1930)
('rijzon) I. bn. van rijs : bezems. II. ('rijzən) (rees, rezen; is gerezen) [~ Gr. rhein, stromen, zich bewegen] 1. zich naar boven, in opwaartse richting bewegen : naar boven, in de hoogte rijst het luchtschip; de drukletter, de vorm is gerezen; damp, rook, stof kan -; -de vlammen. Syn. → klimmen. 2. omhooggaan en daardoor zich...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(rees, is gerezen), 1. overeind gaan staan, zich oprichten: van zijn zetel rijzen ; de haren rijzen mij te berge; 2. omhooggaan, naar de hoogte gaan: het rijzen van de zon; het land van de rijzende zon, Japan; (litt. taal) een dag zal rijzen, aanbreken; aan de horizon opkomen, opdoemen: de toren rijst hoog tussen het groen; 3. in hoogte toenemen,...
J.Pluim (1911)
van den Germ. wt. ris = loodrechte beweging, zoowel dalend als stijgend, doch 't meest 't laatste. De neergaande beweging vinden wij nog in het Hgd. freq. rieseln = neerdruppelen. — Afleidingen zijn: reis en reiziger (z. d. w.), en rijzig, letterlijk: omhoog gaande, bijv. een rijzige gestalte.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: