Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rijzen

betekenis & definitie

(rees, is gerezen),

1. overeind gaan staan, zich oprichten: van zijn zetel rijzen ; de haren rijzen mij te berge;
2. omhooggaan, naar de hoogte gaan: het rijzen van de zon; het land van de rijzende zon, Japan; (litt. taal) een dag zal rijzen, aanbreken; aan de horizon opkomen, opdoemen: de toren rijst hoog tussen het groen;
3. in hoogte toenemen, een hoger peil bereiken: het water, de barometer rijst; (van deeg) opzwellen, zich uitzetten; (van kaas) door te sterke warmte gisten;
4. een hogere graad of trap bereiken, toenemen (in): in aanzien rijzen;
5. opkomen, te voorschijn komen, ontstaan: hier rijzen nieuwe moeilijkheden.