Retour
(Fr.), I. bw., terug naar het uitgangspunt of naar de afzender: hierbij gaat het boekje retour; II. v. (-en), 1. terugkeer, het terugkomen; — (fig.) op zijn retour zijn, aan het aftakelen zijn, niet meer op het vroegere peil staan; 2. (kooph.) terugzending (van geld of wissels); 3. wissel die onbetaald teruggezonden is ;...