Wat is de betekenis van retour?

2017
2023-03-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

retour

retour - bijwoord, zelfstandig naamwoord uitspraak: re-toer 1. terug naar waar het vandaan kwam ♢ ik stuur u dit pakket retour 1. treinkaartje waarmee je heen en terug kunt reizen ♢ mag ik van...

Lees verder
1993
2023-03-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Retour

terug; terugkeer

1955
2023-03-20
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Retour

terugkeer; terugreis; terugzending.

1952
2023-03-20
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Retour

terugkomst, terugkeer, terugreis, thuisreis, terugtocht; terugzending; fig. vergelding, wederliefde, wederdienst; verandering, wisselvalligheid; tours et retours, bochten en kronkelingen; bon retour!, wel thuis!; retour d'âge, het op jaren komen; retour de chasse, maal na afloop van de jacht; retour de conscience, gewetenswroeging; retou...

Lees verder
1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Retour

(Fr.), I. bw., terug naar het uitgangspunt of naar de afzender: hierbij gaat het boekje retour; II. v. (-en), 1. terugkeer, het terugkomen; — (fig.) op zijn retour zijn, aan het aftakelen zijn, niet meer op het vroegere peil staan; 2. (kooph.) terugzending (van geld of wissels); 3. wissel die onbetaald teruggezonden is ;...

Lees verder
1948
2023-03-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

retour

(Fr.) v. terugkeer, terugreis; geld- of wissel terugzending; terugzending v. goederenladingen; op zijn ~ zijn, over zijn hoogtepunt heen zijn.

1937
2023-03-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

retour

Fr. 1. v. -en; terugvracht, terugreis, terugzending; 2. o. -s; terugreis-biljet; 3. bw. terug.

Lees verder
1937
2023-03-20
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

retour

(Fr.) v. terugkeer, terugreis: terugzending van geld of goederen.

1930
2023-03-20
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

retour

(rə'toer) o. (–s; –tje) verkorting van retourbiljet : op eendaagse –s reizen.

1916
2023-03-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Retour

[Fr.], I. bw., terug naar het uitgangspunt of naar de afzender: hierbij gaat het boekje retour ; II. m. (-en), 1. terugkeer, met terugkomen; (fig.) op zijn retour zijn, aan het aftakelen zijn, niet meer op het vroegere peil staan; 2. retourzending; III. o. (-s), retourbiljet: één retour Hilversum.

Lees verder
1914
2023-03-20
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

retour

retour - v., terugkeer ; terugreis ;terugzending ; ommekeer ; wederdienst; „retour-biljet” :spoorwegkaartje voor heen- en terugreis ; „retour-kosten en retour-vracht” : kosten envracht voor de terugzending.

1910
2023-03-20
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Retour

Retour - terug.

1908
2023-03-20
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Retour

terugreis, terugzending.

1906
2023-03-20
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Retour

Fr., terug; terugkeer.

1898
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Retour

Het begrip retour heeft 3 verschillende betekenissen: 1. retour - retour - bw. terug: zend het mij niet, want het gaat dadelijk retour. 2. retour - retour - o. terugkeer, het terugkomen. 3. retour - retour - v. (-en), (kooph.) terugzending (van geld of wissels); een wissel die onbetaald teruggezonden is ; — lading op de terugreis ; voordee...

Lees verder
1864
2023-03-20
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

retour

retour - retoer, v. (retouren, retoeren), terugkeer; het terugkomen; (kooph.) terugzending (van geld of wissels); teruglading; voordeelen der terugvracht; de retouren zijn niet voordeelig geweest, de terugvracht heeft slechte rekening gegeven