Wat is de betekenis van rennen?

snel lopen. zeer hard lopen; zo hard als men kan lopen. Voorbeelden: Waarom begon hij haast te rennen in plaats van te lopen? Paul Koeck, Na de siësta, 2001 Het was zo'n zwembad als uit mijn jeugd – dompige, groen betegelde badhokjes, een vierkant bad met oud pleisterwerk en kleine haarballetjes op de bodem, w...

Zie Rein

rennen - regelmatig werkwoord uitspraak: ren-nen 1. heel hard lopen ♢ we moesten rennen om de bus te halen Regelmatig werkwoord: ren-nen ik ren jij/u rent h...

(onov ww; rende; h. en is gerend) 1 sp - zeer hard lopen, basisvaardigheid bij gym(les). 2 SP - een wedren houden, om een prijs rennen.

Het rennen in een droom duidt er voornamelijk op dat men achter iets aanrent, hetgeen op een misgelopen kans in de waaktoestand wijst, die men achteraf toch nog graag zou willen waarnemen (helaas kan men bij het rennen echter behoorlijk buiten adem geraken). (Zie ook ‘Hardlopen’).

je ziet ze je bent niet goed wijs. Informele uitdr. ‘Jij kan niet verknoerse, dat ik wèl vader kan worde. Ik wel... Dat is heel de kiksaus!’ ‘Je ziet ze ren- ne!’ (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938)

m -> Rein (Fri.)

(rende, heeft geronnen), (ook:) 1. rennen (als AN). Dus waarom achter Gusta aan? Als achter die ouwe hoed van 'em geronnen! (Cairo 1978b: 159). 2. hardlopen als vorm van sport (niet in wedstrijdverband), als vorm van trimmen. John heeft als hobbies: zingen, voetballen, badminton, rennen en lekker eten (Join 7: 20; 1980). 3. (bij uitbr., niet...

v.; (van paarden), hurddrave; (op fietsen), hurdfytse.