Wat is de betekenis van Reilen?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reilen

alleen in de uitdr. zoals het reilt en zeilt, [eigenlijk zoals het {schip) rijdt, t.w. voor anker, en zeilt], zoals het is, met al wat er toe behoort.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

reilen

in de uitdr.: zoals het reilt en zeilt, eig. zo als het schip reilt (in plaats van een vero. rijdt = voor zijn anker ligt) en zeilt d. i. met al, wat er in, op of aan is; fig. het huis, zoals het reilt en zeilt.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

reilen

('reilən) (reilde, heeft gereild) rijden, voor anker liggen, alleen in de uitdrukking : zoals het reilt en zeilt, met al wat ertoe hoort.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reilen

(alleen teg. tijd), in de uitdr.: zoals het reilt en zeilt, zoals het is, met al wat er toe behoort, met zijn kwaliteiten en gebreken; (zelfst.) het en zeilen, de handel en wandel.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Reilen

Reilen - alleen in de spr. zooals het reilt en zeilt, zooals het daar is, met al wat er toe behoort.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Reilen

o.w. - Thands buiten gebruik; maar dat, even als ’t Eng. reel, “draaien” beteekend moet hebben. Het is alleen nog gebleven in de Spreekwijze: Zoo als het Reilt en zeilt (zoo als het daar is: met al zijn toebehooren): - ten zij men hier Treilt en zeilt moet lezen. (Zie treil).