Wat is de betekenis van recluse?

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Recluse

kluizenaar die zich in laat metselen

2025-07-16
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

RECLUSE

In de M.E. een vrome of boeteling, bij een kerk ingesloten door immuratie of afsluiting met een deur. In Frl. is ca. 1410 een R. te Tjerkwerd bekend (als boete); in 1554 werd immuratie als straf aan dopers opgelegd. Zie: B. xii (1950), 22-27; H. Oldenhof, De parochie Blauwhuis (1951), 11-12.

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

recluse

I. afgezonderd, éénzaam; II. kluizenaar.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

recluse

[Lat. reclusus, opgesloten], m. (-n), kluizenaar die zich, m.n. naast een kerk, liet inmetselen om ‘met Christus te sterven’. (e)Reeds in de christelijke oudheid waren er in het Oosten kluizenaars die zich lieten insluiten in cellen. In de 6e eeuw werd die gewoonte ook in Gallië verspreid; in de 9e eeuw ontstond de eerste regel vo...