radiatus
radiátus (-a, -um), - van Lat. radĭus, spaak, straal: naar alle zijden uitstaand gelijk de spaken van een wiel of de stralen eener ster, stralend, met straalbloemen. - Bij Chloris - Sw. [O. Schwartz] zinspeelt de soortnaam op de stervormig uitstande schijnaren, bij Coccŭlus - A. P. DC. [A. P. de Candolle] op de tot een stervormig gehe...