quoniam
(16e eeuw) (euf.) anus; vagina; in ruimere zin ook het lichaam. Dit Latijnse woord, dat ‘aangezien’ betekent, vinden we ook in het Engels en het Frans terug. Thans verouderd. • Zoals steeds zit Phyllis op de rug van Aristoteles, die ze berijdt als een paard: ‘Haren quoniam brack hem al de leden’ (r. 268). Dat woord quon...