Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-02-2023

quoniam

betekenis & definitie

(16e eeuw) (euf.) anus; vagina; in ruimere zin ook het lichaam. Dit Latijnse woord, dat ‘aangezien’ betekent, vinden we ook in het Engels en het Frans terug. Thans verouderd.

• Zoals steeds zit Phyllis op de rug van Aristoteles, die ze berijdt als een paard: ‘Haren quoniam brack hem al de leden’ (r. 268). Dat woord quoniam komt meer voor, waarschijnlijk op te vatten als komisch eufemisme voor achterste, door middel van verbastering van het Latijnse conam of conamen (steun of zit). Maar de uitbreiding van het gebruik tot vagina is evenzeer aanwezig, en die past hier beter omdat het breken van zijn leden nu niet alleen geschiedt in materiële zin (door haar gewicht) maar ook in moreel opzicht. (Herman Pleij: De sneeuwpoppen van 1511. 1988)