Pruimen
Pruimen - verdragen: dat pruimt de ouwe niet.
Marc De Coster (2017)
Pruimen - verdragen: dat pruimt de ouwe niet.
Marc de Coster (1998)
niet/moeilijk te - niet, moeilijk te aanvaarden, verwerken. Het werkwoord pruimenkomt uit het soldatenslang, waar het ‘verdragen’ bet. De uitdr. wordt o.a. vermeld door Huizinga. Vgl .je kunt me de moord pruimen. Eigenlijk is alleen ‘Infinite & Unforseen’ een aardige song. Het overige halfuurtje is niet te pruimen, en dus gaat deze CD onder...
Ontwerp nu je advertentie. Direct online!
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
zie moord, steken.
Walter De Clerck (1981)
Van pers.: pruilen, mokken, ontevreden kijken enz.; vand. ook: begerig en ontevreden naar iets kijken enz.; ook: begerig en ontevreden naar iets kijken, zonder dat men er deel aan heeft; (op iets) vlassen. Denk eens: Max met Pauwels dochter en ineens op een treffelijk hof geplaatst! d’andere boerkens zouden daarop staan pruimen, STREUVELS, ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v.; (eten), promje, promme, prûm(j)e; (tabak), promkje, prûmkje, prúmkje.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (pruimde, heeft gepruimd), 1. tabak kauwen: pruimen is zeer ongezond; 2. met smaak veel en lekker eten: kijk hem daar eens zitten pruimen; — (oneig.) iem. niet kunnen of willen pruimen, hem niet „lusten”, niet op hem gesteld zijn; II. (pruimde, gepruimd), (Zuidn.) 1. pruilen, mokken, ontevreden staan ki...
dr. M. Wagenaar (1938)
Pruimen - De cultuur van pruimen (Prunus domestica) is in de laatste jaren hier te lande sterk toegenomen; de oogst valt van Juli tot half September. De vruchten zijn zeer suikerhoudend (ongeveer 10%) en door hun betrekkelijk hoog ruwvezelgehalte werken ze laxeerend. Ook bevat het pruimenmoes veel pectine, zoodat deze vrucht meermalen als toevoegin...
M. J. Koenen's (1937)
pruimde, h. gepruimd (1 tabak kauwen; 2 fig. smakelijk eten): 1. pruimende boeren; 2. de kinderen zaten lekker te pruimen.
Jozef Verschueren (1930)
('pruimen) (pruimde, heeftgepruimd)l.een pruim (III 1) kauwen. 2. smakelijk en lekker eten : zie die kinderen eens -.
F.A. Stoett (1923-1925)
In de uitdr. iets of iemand niet kunnen pruimen, van iemand of iets niet houden, eig. iets niet lusten. Vgl. Handelsblad, 8 Febr. 1923 (A), p. 7:Broekie, wat heb jij verzonnen, Zeg, wat heb je nou gedaan? Heb je Rotterdam verlaten, Om naar Frankrijk toe te gaan? Moest jij nu op eens verkassen, Met je geld en je talent? Ku...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Pruimen. - Bij ketels,’t opkoken van het water.
J. Kramer (1908)
Bij ketels, ’t opkoken van het water, vooral op schepen waarvan de ketels met zout water gevoed worden.
J.H. van Dale (1898)
Pruimen - (pruimde, heeft gepruimd), tabak kauwen : pruimen is zeer ongezond; — (fig.) met smaak veel en lekker eten : kijk hem daar eens zitten te pruimen; — (stoomw.) het door den stoom meevoeren van water uit den stoomketel in de stoomleibuis naar den cilinder.
I.M. Calisch (1864)
Pruimen, bw. en ow. gel. (ik pruimde, heb gepruimd), tabak kaauwen; (fig.) veel en gulzig eten. *-BOOM, m. (-en). -GAARD, m. (-en). *-DRANK, m. (-en). *-CONFITUUR, v. (...uren), ingelegde pruimen. *-TUIN, m. (-en).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.