Wat is de betekenis van Programma?

2023-12-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

programma

programma - zelfstandig naamwoord uitspraak: pro-gram-ma 1. opsomming van wat er gaat gebeuren ♢ op het programma staat een optreden van Paul de Leeuw 2. uitzending van radio of televisie ♢ in d...

2023-12-04
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Programma

Een lijst, opgedeeld in tijdseenheden, van de geplande afgenomen en geïnjecteerde vermogens voor een bepaalde dag D, met betrekking tot een bepaald toegangspunt (Vlaams technisch reglement elektriciteit).


Direct alle 12 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-04
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Programma

ook kortweg: program [Lat programma = schriftelijke afkondiging, bekendmaking, van Gr. pro-gramma = het openlijk geschrevene, van pro-graphein = voor aller ogen schrijven] 1 beginselverklaring van bond, partij e.d.; 2 (comp.) lijst van instructies die opdrachten die de computer moet uitvoere...

2023-12-04
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Programma

(program) beginselverklaring; plan van werkzaamheden; aankondiging van wat komen gaat; serie van instructies om door een computer een bepaalde taak te laten uitvoeren; uitzending

2023-12-04
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Programma

Specificeert werkzaamheden die volgens een bepaald plan zullen worden verricht, eventueel ook de wijze en de tijdstippen waarop. Een plan veronderstelt geen programma, maar een programma wel een plan.

2023-12-04
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

programma

1. bij automatisering: reeks bij elkaar horende instructies in gecodeerde vorm bedoeld om de computer bewerkingen te laten uitvoeren. 2. document dat de architect volledige informatie moet geven over de aard, het gebruik en de organisatorische en bedrijfstechnische aspecten van het te ontwerpen gebouw, alsmede over de toelaatbare stichtingskosten e...

2023-12-04
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

programma

programma - Korte uiteenzettingen of verklaringen omtrent een te volgen procedure, over deelnamecriteria of over de onderwerpen die bij een bepaald evenement of een bepaalde onderneming aan de orde komen. Hieronder vallen onder meer opsommingen van de werkzaamheden die een (toneel)uitvoering met zich meebrengt, inclusief de namen van de uitvoerende...

2023-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Programma

s.n., program (it), wurklist.

2023-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Programma

(<Lat.), o. (-’S), 1. geschrift waarin werkzaamheden die volgens een bepaald plan zullen worden verricht, staan opgesomd: het program van een cursus, van een congres; — in ’t bijz. met betr. tot een openbare uitvoering, een feest enz.: het programma van een concert, een toneeluitvoering; het programma afwerken,...

2023-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

programma

o. programma’s, programmaatje (Gr.-Lat. 1 lijst, overzicht, opsomming van wat bij een feest enz. zal plaats hebben of gegeven zal worden; 2 politiek: beginselverklaring en opgave van de te volgen gedragslijn, van de na te streven idealen enz.): 1. het programma der feesten; het programma der cursuslessen; het staat op het programma, fig. men...

2023-12-04
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Programma

Programma, een Grieksch woord, hetwelk voorschrift beteekent, noemt men gewoonlijk eene lijst van muziek-uitvoeringen enz., welke bij eene of andere feestviering zullen plaats hebben. Ook spreekt men wel van een programma van beginselen, waarbij men evenzeer dat woord door lijst zou kunnen vertalen.

2023-12-04
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

programma

programma - o. (programmaas, programmata); bericht, inhouds-opgave, aankondiging van hetgeen in het openbaar zal worden vertoond; (fig.) openbaring □ , blootlegging van beginselen (van optredende ministers enz.)