plof
1) (1939) (oorspr. dialect, o.a. Groningen) (inf.) motorfiets. Verkorting van ploffiets, vnl. Solex. • En dat snijdt alle droomen van would-be autoriteiten volkomen den pas af, want om autoriteit te zijn, (althans een halve) en dus een laag nummer te bemachtigen moet men zich nu in Soerabaja een motorfiets aanschaffen en een autoriteit op een...