Wat is de betekenis van ploffen?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ploffen

1) (1981) (inf.) het opheffen van een bedrijf (dat gebruikt werd voor frauduleuze doeleinden, bijvoorbeeld om geld wit te wassen). Zie ook plof-bv; plankbedrijf*. • Onder de naam van de BV worden in het hele land allerlei opdrachten uitgevoerd, waarbij 'zwartwerkers' worden Ingezet. Hun sociale premies worden niet afgedragen. Ook zorgt de kop...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ploffen

ploffen - regelmatig werkwoord uitspraak: plof-fen 1. een kort en dof geluid maken ♢ de tas plofte op de grond Regelmatig werkwoord: plof-fen ik plof jij/u ploft ...

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Ploffen

Ploffen - 'in elkaar ploffen': geen prestatie meer kunnen leveren.

2024-04-20
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

ploffen

ploffen: aan het einde van zijn krachten zijn.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ploffen

v., ploffe, poffe.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ploffen

(plofte, heeft geploft), 1. (onoverg.) een plompend geluid in een vloeistof veroorzaken door er in te vallen of er zich in te bewegen: hij plofte als een molensteen in het water; 2. (onoverg.) een dof geluid veroorzaken door te vallen; met een doffe slag neervallen ; vallen: de pias stapte van de ton en plofte op zijn buik (Van Looy)...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ploffen

plofte, i. (1), h. (2, 3, 4) geploft (1 een plompend geluid in een vloeistof, een dof geluid veroorzaken door te vallen, met een doffe slag vallen; 2 met een bons stoten; 3 een bonzend, poffend of knallend geluid laten horen van een ontsnappend of in brand vliegend gas; 4 doen plonzen, vallen, neergooien): 1. hij plofte als een molensteen in het wa...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ploffen

('ploffən) (plofte, geploft) I. (heeft) 1. met een plof neersmijten: een baal -. 2. een plof geven: een gasmotor ploft voortdurend. II. (is) met een plof nedervallen: op de grond -.