Wat is de betekenis van Platkop?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Platkop

m. (-pen), 1. iem. met een plat hoofd: zo’n platkop! 2. soort van slang (Platyrrhiyia); 3. nagel, spijker met een platte kop; 4. uit tafelbasalt gehakte straatkei met vlakke kop; 5. (bosb.) ben. voor bomen waarvan de kroon zich, door stilstand in lengtegroei, in de breedte heeft ontwikkeld, zodat de bovenzijde een enigszins...

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

platkop

(1914-1918) (Vlaanderen, sold.) scheldw. voor een Duitser. Vgl. Eng. square head; Fr. tête carrée. • (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994)

2025-07-16
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

platkop

(de, -pen), lange pantsermeerval, een soort slanke kwikwi meteen platte kopen een ronde staartvin (Callichthys callichthyp). Een enkele keer is er een goede vangst. So/jns ook wel, maar van die heel kleine platkoppen en armetierige katharina’s (C. Ooft 56). -Etym.: S plata-ede (plata = plat; ede = kop). Zie ook: katharina, sokekwikwi.

2025-07-16
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Platkop

of spreikop is een boom, die zich meer in de breedte dan in de lengte ontwikkelt en geen doorgaande spil vormt, zodat een brede, parapluvormige kroon ontstaat. Vooral houtsoorten, die na verlies of beschadiging van de topscheut niet gemakkelijk een nieuwe top vormen, vertonen vaak p. Het kan een erfelijke eigenschap zijn; dgl. exemplaren moeten zo...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

platkop

(’plat) m. (-pen) iemand of iets met een platte kop nl. 1. persoon met een plat hoofd. 2. spijker, nagel met een platte kop. 3. straatkei met een plat bovenvlak.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

platkop

m. (-pen), 1. iemand met een plat hoofd: zo’n platkop!; 2. nagel, spijker of schroef met een platte kop; 3. uit tafelbasalt gehakte straatkei met vlakke kop; 4. (bosbouw) boom waarvan de kroon zich in de breedte heeft ontwikkeld.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Platkop

Platkop m. (-pen), eene soort van grooten scheepsspijker, klampspijker; — (nat. hist.) naam van zekere visch en zeker insect; —WORM, m. (-en), eene soort van ingewandsworm (trichocephalus dispar), tot de draadwormen behoorende.