Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Plastiek

betekenis & definitie

(<Er.), v., g. mv.,

1. de kunst om uit zachte stoffen beelden en figuren te maken; boetseerkunst;
2. (heelk.) het verplaatsen of inbrengen van levend weefsel of dood materiaal in het lichaam om defecten te herstellen;
3. aanschouwelijkheid van de stijl, door metaphoren, epitheta enz., beeldende kracht: de plastiek van een verhaal.