pitten
1) (1912) (oorspr. sold. en schol.) suffen; slapen. Herkomst onbekend maar mogelijk betekende het woord eerst 'mopperen, kankeren' (zie betekenis 2) en is daar de betekenis van 'slapen' uit ontstaan. 'Pit ze!' wordt gebruikt wanneer men iemand goedenacht toewenst: 'slaap wel!'. Syn.: op de lijn ab* gaan liggen; ibo'en*; keveren*; knoeren*; oeroese...