Piot
m. (-ten), 1. (Zuidn.) iem. die niet veel mans is, b.v. klein van gestalte is: een klein piotje; 2. (Zuidn. en Barg.) infanterist.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-ten), 1. (Zuidn.) iem. die niet veel mans is, b.v. klein van gestalte is: een klein piotje; 2. (Zuidn. en Barg.) infanterist.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (sold.) infanterist. Afgeleid van het Franse argot 'piote' (voet). De militaire politie en de rijkswacht werden vroeger in Vlaanderen spottend de 'piottenpakkers' genoemd. Vermoedelijk gaat het om een woordspeling met 'pottenpakkers' (bierdrinkers). Syn.: panjot*. • Piot, (mil.) scheldnaam voor den infanterist. Ook in België ge...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
soldaat, voetknecht Joffre en Foch, dat waren de mannen! Die keken niet op een piot meer of minder. (Monika van Paemel, De vermaledijde vaders) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 2
Marc de Coster (2007)
infanterist. Afgeleid van het Franse argot piote (voet). De militaire politie en de rijkswacht werden vroeger in Vlaanderen spottend de piottenpakkers genoemd.Een woordspeling met pottenpakkers (bierdrinkers). Piot, (mil.) scheldnaam voor den infanterist. Ook in België gebruikelijk, maar daar veeleer als bijnaam. Eig. spotnaam voor ‘roo...
Walter De Clerck (1981)
Infanterist; ook in ’t alg.: soldaat (die zonder rang bij het leger dient); vandaar oneig. in de verb. een gewone piot, in toep. op iem. die geen bestuursfunctie (meer) heeft, (scherts.) die niet (meer) geteld wordt enz. Een kleine piot spreekt van op de smoel van een lansier te slaan, ais die ’t nog zou proberen zi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: