pijpenkop
1) (19e eeuw) ( Vlaanderen, meer bepaald Antwerpen) scheldw. voor een aanhanger van de katholieke partij. Volgens het WNT werd het woord oorspronkelijk gebruikt m.b.t. mensen met een dom voorkomen. Volgens sommige bronnen zouden de hoofden van dergelijke lui op pijpenkoppen lijken. Niettemin lijkt een verbastering van papenkop geloofwaardiger. &bul...