Wat is de betekenis van Pietlut?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pietlut

pietlut - zelfstandig naamwoord uitspraak: piet-lut 1. wie zich druk maakt over kleinigheden ♢ mijn tante is een echte pietlut Zelfstandig naamwoord: piet-lut de pietlut de pietlutten...

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Pietlut

kleingeestig iemand. Volgens de meeste etymologen gaat het om een samenstelling van de eigennaam Piet en een tweede lid lut, dat niet alleen ‘klein’ (van Tuttel’) betekent, maar ook ‘sul’. Volgens Harrebomée heeft het woord echter een bijbelse oorsprong.In de bijbeltekst Ezechiël 30:5 lezen we het volgende:...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pietlut

s., presyske (it), krintestinner.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pietlut

m. en v. (-ten), 1. kleingeestig mens, wie alles nauw steekt, die op allerlei kleinigheden scherp toeziet; 2. koude drukte: wat heeft hij een pietlut op zijn lijf.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pietlut

m. en v. pietlutten (kleingeestig mens): zegsw. pietlut hebben, koude drukte.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pietlut

(pi:t'lut) m. en v. (-ten) [piet + lut(tel), klein] 1. Eig. kleingeestig mens, sukkel, sul. 2, Metn. koude drukte over een geringe zaak : hebben.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pietlut

v./m. (-ten), kleingeestig mens, die op allerlei kleinigheden let.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

pietlut

pietlut - m., kleingeestig mensch, zeurkous; ook: v., koudedrukte, onnoodige beweging.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)