(perste, heeft geperst), (ook:)
1. drukken (op). Misschien omdat hij zo lang heeft gewacht op die van 'em, een kind dat je zo vaderlijk tegen je borst perst, fo daarom misschien, houdt hij niet zoveel van die andere mensen (Cairo 1979: 47).
2. knijpen, kneuzen. Zijn de stukken of diertjes te groot, dan spuwen de uilen ze weer uit, pakken ze vast met de klauwen van de poten en persen ze zacht met behulp van de snavel en dan slikken ze hun prooi weer in (Heyde 1973a: 3). -
3.(mannentaal) geslachtsgemeenschap hebben.
-Etym.: In veroud. AN bet. 1 en 2 (zie Van Sterkenburg, zie WNT 1931).
- Syn. van 2 kwiensen (1). Zie ook persing. Syn. van 3 baksen (2); zie aldaar voor andere syn.