Wat is de betekenis van Pech hebben?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pech hebben

(1980) (sold. Ned-Indië) een geslachtsziekte hebben. Syn.: iets opgelopen* hebben. • (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat in Indonesië. 1980)

2024-04-26
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Pech hebben

Pech hebben - eufemisme voor een geslachtsziekte opgelopen hebben.

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

pech hebben

(Onder soldaten in het voormalige Nederlands-Indië) Een geslachtsziekte opgelopen hebben. De uitdrukking wordt vermeld door J.J.M. van Dam in het artikel ‘Jantje Kaas en zijn jongens’, gepubliceerd in het ‘Tijdschrift voor Indische taal-, land- en volkenkunde’, 1942-1948.

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Pech hebben

D.w.z. ongelukkig zijn in zijn onderneming; eene studentenuitdrukking, die ontleend is aan het hd. Pech haben, ‘seit dem Ende des 18 Jahrhs in der Studentensprache allgemein üblich, vorher unbekannt’. Vgl. Nw. School, V, 80: Met hun telegram aan de Koningin hebben ze pech gehad; Nw. Amsterdammer, 23 Jan. 1915, p. 4 k. 4: Al zou Mat...