Paterstuk (keuken)
Vierkant stuk rundvleesch met been, gesneden van de lange rugspieren, dus vleesch met ribben en wervels. De slager rangschikt zijn soorten ribstuk naar de vleeschdikte en spreekt van: voorste ribben, achterste ribben, lendenstuk, paterstuk. Het paterstuk is zeer vleezig. Nadat het is gebraden, neemt men het been eruit en snijdt het vleesch in schi...