Wat is de betekenis van Ouwehoer?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ouwehoer

(18e eeuw) (scheldw.) kletskous; zeur. Eigenlijk: iemand die net zo babbelt als een prostituée op leeftijd. In de jaren 1946-1950 was het werkwoord ‘ouwehoeren’ erg populair onder soldaten (in het voormalige Ned.-Indië) en deden verschillende eufemistische varianten de ronde (o.a. ouwehoededozen; ouweprostitueeën; ouwet...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Ouwehoer

kletskous; zeur. Eigenlijk: iemand die net zo babbelt als een prostituee op leeftijd. Begin twintigste eeuw was het werkwoord ouwehoeren erg populair onder soldaten (in het voormalige Ned.-Indië) en deden geleidelijk aan verschillende eufemistische varianten de ronde (o.a. ouweprostitueeën; ouwetakkebossen enz.). Volgens sommige etymologe...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Ouwehoer

je kletst als een - je zeurt vreselijk. Informele uitdr. Hiervan afgeleid het werkwoord ouwehoeren,dat in de jaren 1946 - 1950 erg populair was onder soldaten (in het voormalige Ned.-Indië) en dat verschillende eufemistische varianten kent, o.a. het grappige ouwehoedendozen.Het werkwoord ouwehoerenkomt al voor in Kamertjeszonde(1896) van Herman Hei...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ouwehoer

v./m. (-en), (plat) iemand die vervelend kletst, zemelt of zanikt.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)