Wat is de betekenis van Oremus?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

oremus

1) (19e eeuw) (< Lat. laat ons bidden) (Barg.) ruzie; heibel; gezeur. ’t Is daar altijd oremus. • Stond Jan's muts op éen oor, dan dacht Trui: "'t Is oremus geweest; oppassen is de boodschap!" (De Volksvriend, 15/08/1895) • Oremus, znw., m. — Langdurig gezaag, vervelend gezanik. R.' (Ook in Brab., z. Sch.) 't Is alt...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Oremus

[kerk. Lat.] laten wij bidden, laat ons bidden; het is daar oremus, het is daar jammerlijk gesteld, niet pluis.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Oremus

laat ons bidden

2024-04-28
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Oremus

(= laten wij bidden), liturgische formule waarmede gebeden worden ingeleid. Zie ook Oratie.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Oremus

laat ons bidden; het is daar oremus: het is daar jam merlijk gesteld.

2024-04-28
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

OREMUS

(Lat., laat ons bidden) is de uitnodiging, die aan ieder openbaar kerkelijk gebed voorafgaat en waarin dus de priester oproept tot gebed. Oudtijds volgde op deze uitnodiging een ogenblik van stilte, waarin ieder zijn bijzondere intenties kon uiten; de priester vatte dan de gebeden samen in een openbaar gebed. In boetetijden wordt de invitatie gevol...

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Orémus

gebed.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oremus

(Lat.), eig. ,,laat ons bidden” ; als praedicaat in de zegsw. het is daar oremus, het is daar jammerlijk of naar gesteld; het is daar altijd oremus, daar is altijd ruzie, twist; hij is oremus, dronken ; — als zn. m. (Zuidn.) iets dat uit den treure herhaald wordt; langdurig en vervelend gezang.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

oremus

(Lat.) laten w(j bidden; t is daar ~, het is er naar, jammerlijk enz. gesteld. .