Wat is de betekenis van Opzoomer?

1) C. W. (1821/‘92), Ned. jurist en wijsgeer, hoogleer, te Utrecht; 2) A. S. C. (1856/1925), dochter v. 1), pseud. A. S. C. Wallis, Ned. schrijfster v. historische romans.

1° Adèle SC., Ned. romanschrijfster, die haar werken uitgaf onder het pseud, A. S. C. Wallis. * 21 Juli 1857 te Utrecht. Aanvankelijk schreef zij tooneelstukken in het Duitsch: Der Sturz des Hauses Alba (1875) en Johann de Witt (1876). Daarna schreef zij enkele veelgelezen romans, in niet al te zuiver Ned.: In dagen van strijd (1878; en...

(‘opso:mər) (Comelis Willem) Nederlands wijsgeer en rechtsgeleerde, ° 20 sept. 1821 te Rotterdam, 1846-1889 hoogleraar te Utrecht, ✝ 22 aug 1892 te Oosterbeek; positivist, schreef o. a. De wijsbegeerte, den mensch met zichzelf verzoenende en Het Burgerlijk Wetboek verklaard.

Opzoomer - (Adèle Sophia Cornelia), Nederl. letterkundige, geb. te Utrecht 1856, als dochter van den Utrechtschen hoogleeraar. Schrijft onder het ps. A. S. C. Wallis. Zij debuteerde reeds op 19-jarigen leeftijd met een treurspel in het Duitsch Der Sturz des Hauses Alba (in rijmlooze verzen, 1875); in 1876 verscheen een tweede treurspel Johan de Wit...

Opzoomer (Cornelis Willem), een verdienstelijk Nederlandsch beoefenaar der wijsbegeerte, geboren te Rotterdam den 20sten September 1821, werd in 1845 te Leiden tot doctor in de regten en vervolgens eershalve tot doctor in de letteren bevorderd en zag zich in 1846 benoemd tot hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de hoogeschool te Utrecht. In 1848 was...