Wat is de betekenis van Opzenden?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opzenden

(zond op, heeft opgezonden), 1. opwaarts, naar boven zenden: gebeden ten hemel opzenden; 2. ergens heen zenden: het skelet is naar het museum opgezonden ; zijn stukken opzenden, naar de desbetreffende autoriteit; — (zeew.) naar wal zenden : de bevelhebber zond zijn eerste officier op ; — (in ’t bijz.) nazenden : de goederen, het...

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opzenden

v., opstjûre.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opzenden

zond op, h. opgezonden ([ver]zenden naar een bepaalde plaats): zijn papieren opzenden; een landloper naar een kolonie opzenden.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opzenden

('op) (zond op, heeft opgezonden) 1. opwaarts zenden : een dankgebed tot de Allerhoogste -. 2. stroomopwaarts zenden : iemand de Rijn -. 3. in een bepaalde richting zenden : iemand een brief, stukken -. 4. naar een bepaald gesticht zenden : een misdadiger -.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opzenden

(zond op, heeft opgezonden), 1. opwaarts, naar boven zenden: gebeden ten hemel opzenden; 2. ergens heen zenden: het skelet is naar het museum opgezonden; zijn stukken opzenden, naar de desbetreffende autoriteit.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opzenden

Opzenden - (zond op, heeft opgezonden), opwaarts, naar boven zenden: gebeden ten hemel opzenden; — naar iem. zenden : de goederen, het geld zal ik u opzenden; — zijne stukken opzenden, naar de betreffende autoriteit; — iem. opzenden, naar een of ander gesticht, inrichting enz.; — (zeew.) naar wal zenden : de bevelhebber z...

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten