Wat is de betekenis van Opsporing?

2024-04-29
Rijksoverheid

Begrippenkader rijksinspecties

Opsporing

Opsporing is het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Opsporing is hier gedefinieerd overeenkomstig artikel 132a van het Wetboek van Strafvordering. De commissie-Van Traa (1994) sprak over opsporing als “het verzamelen, registreren en verwerken v...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opsporing

opsporing - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-spo-ring 1. het zoeken of vinden van een verdachte ♢ de politie besteedt veel tijd aan de opsporing van overvallers Zelfstandig naamwoord: op-spo-ring de opsporing...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opsporing

s., opspoaring.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsporing

v. (-en), het opsporen.

2024-04-29
Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Opsporing

De opsporing wordt al zeer gemakkelijk als het gezochte mineraal een dagzoom vertoont, d.w.z. als de afzetting de aardoppervlakte snijdt: de snijlijn met de oppervlakte heet dagzoom. Bij een ertsgang is de dagzoom vaak zichtbaar, doordat het bovenste gedeelte ervan veel vrije kwarts bevat zodat het als een rif boven de omgeving uitsteekt; ertsgange...

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Opsporing

in het bijzonder van strafbare feiten, geschiedt door daartoe" door de wet aangewezen ambtenaren (Sv. artt. 127, 139-142; S. F 280, art. II, afd. 2), de zgn. opsporingsambtenaren*. In Big. geregeld door Sv. artt. 8 en 9.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opsporing

v. (het opsporen).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opsporing

v. (-en) het opsporen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Opsporing

Opsporing - Met het opsporen van strafbare feiten, zijn, ieder voor zijn gebied en naar de onderscheidingen der wet, belast: 1) de veld- en boschwachters (zie ook artt. 19—21 Sv.) 2) de officieren en onderofficieren der maréchaussée 3) de directeuren en commissarissen van politie en de waterschouten 4) de burgemeesters of wie hen vervangen, doch al...