oppakken
oppakken - regelmatig werkwoord uitspraak: op-pak-ken 1. in je handen nemen ♢ u mag deze beeldjes niet oppakken 2. er opnieuw mee aan de slag gaan ♢ Mauro heeft het gitaarspelen weer opgepakt...
Muiswerk Educatief (2017)
oppakken - regelmatig werkwoord uitspraak: op-pak-ken 1. in je handen nemen ♢ u mag deze beeldjes niet oppakken 2. er opnieuw mee aan de slag gaan ♢ Mauro heeft het gitaarspelen weer opgepakt...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De duivels mogen mij oppakken als het niet waar is! Iemand die dit zegt, is bereid groot onheil te ondergaan als hij de waarheid niet spreekt. Bedoeld wordt natuurlijk ‘oppakken om naar de hel te voeren’. Een oorspronkelijke zelfverwensing, die door meineed en ander oneigenlijk gebruik tot vloek en uitroep van verontwaardiging is...
Van Dale Uitgevers (1950)
(pakte op, heeft opgepakt), 1. pakken en optillen : zij pakte hem op als een kind; 2. beetpakken en met zich voeren ; — (in ’t bijz.) in hechtenis nemen: hij werd om zijn dronkenschap opgepakt; 3. tot een bundel of hoop bijeenvoegen: overal zag men mensen die oppakten (v. Lennep); 4. (gew.) zich wegpakken.
M. J. Koenen's (1937)
pakte op, h. opgepakt (1 vastpakken en in de hoogte tillen; inz. van de grond opnemen om zich toe te eigenen; 2 beetpakken en gevangennemen; inrekenen): 1. ik pakte hem als een kind op; de bedelaar pakte het geldstuk gauw op; 2 opgepakt wegens.
Jozef Verschueren (1930)
(’op) (pakte op, heeft opgepakt) 1. Algm. pakken en optillen : een kind -. 2. Inz. in hechtenis nemen : een misdadiger -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: