Wat is de betekenis van oogst?

...

...

m. (-en), 1. (Zuidn.) de achtste maand van het jaar : op 30 Oogst 1753 ; — halj Oogst, 15 Augustus; — Onze-Lieve-Vrouwhalfoogst, Onze-Lieve-Vrouwhemelvaart ; 2. het inzamelen der te velde staande gewassen ; 3. het te velde staande gewas dat binnengehaald moet worden: de oogst bederven, vertreden, verwoesten; de oogst binnenhalen ; 4....

oogst - zelfstandig naamwoord 1. opbrengst aan groente en fruit enz. ♢ door het mooie weer hadden de boeren een goede oogst Zelfstandig naamwoord: oogst de oogst de oogsten het...

Een positief voorteken wat betreft de eigen karakterstructuur - de wens om iets waaraan men is begonnen succesvol te voltooien. Het werk levert hier vruchten op. Dikwijls symboliseert de oogst in de herfst een ten einde lopende tijd - wat voor oude mensen een onbezorgde levensavond zou kunnen betekenen. Wanneer de oogst slecht is, kunnen we op een...

Het landschap van uw ziel draagt vruchten die u met een goed geweten kunt oogsten. U kunt voldaan zijn wanneer u de oogst te juister tijd in de schuur, in de provisiekasten brengt. De oogsttijd is evenwel de herfst. In dit verband is deze droom ook de aankondiging van de herfst van uw leven, waarin overigens nog dikwijls genoeg de zon schijnt.zie H...

s., rispinge.

...

zie Landbouw en Vruchtenoogst.