Wat is de betekenis van ontplooien?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontplooien

ontplooien - Werkwoord 1. (ov) ontwikkelen Woordherkomst Naamwoord van handeling van plooien met het voorvoegsel ont- Verwante begrippen ontwarren

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontplooien

ontplooien - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-plooi-en 1. je talenten ontwikkelen en helemaal gebruiken ♢ hij heeft zich ontplooid tot een goede directeur 2. het laten zien of ergens voor gebruiken ...

2024-04-27
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

ontplooien

ontwikkelen.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontplooien

v., ûntploaije, iepenteare.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontplooien

(ontplooide, heeft ontplooid), 1. van de plooien ontdoen, gladstrijken: mijn waarde gade, ontplooi dat nors gelaat. 2. (Zuidn.) iets dat dichtgevouwen is ontvouwen: zij legde de schone halsdoek ontplooid daarnevens. 3. uiteenvouwen, uitspreiden: met ontplooide vlerken; naast het pad ontplooien de laatste bloemen haar kelken....

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontplooien

ontplooide, h. ontplooid (van de plooien ontdoen, gladstrijken; ontvouwen, ontrollen): laat nu de vreugd de rimpels van uw voorhoofd ontplooien; de vlag ontplooien; het leger ontplooide zich, zich over een grote uitgestrektheid verdelen; lit. t. de bloemen ontplooien haar kelken.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontplooien

(ont’plo:iən) (ontplooide, heeft ontplooid) I. 1. van de plooien ontdoen, gladstrijken : het voorhoofd -. 2. Dicht. uitspreiden : de vogel ontplooit zijn vleugelen; de bloemen ontplooiden hun kelken. 3→ ontrollen, laten wapperen : de banier -. 4. ten toon stellen : Java ontplooit zijn schat van de weelderige oosterlanden. 5. ontwikke...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontplooien

(ontplooide, heeft ontplooid), 1. van de plooien ontdoen, gladstrijken; 2. uiteenvouwen, uitspreiden: met ontplooide vlerken; 3. ontrollen; 4. te werk stellen, gebruiken: veel kracht, een grote macht ontplooien; 5. zich ontplooien, zich ontwikkelen: in die omgeving konden zijn talenten zich pas goed ontplooien.