Onsterfelijkheid
v., 1. hoedanigheid of toestand van onsterfelijk te zijn: de onsterfelijkheid der ziel; — (praegn.) het onsterfelijk-zijn van de ziel: het geloof aan de onsterfelijkheid. 2. (fig.) eeuwigdurende roem: voor die prijs is de onsterfelijkheid te duur gekocht.