Wat is de betekenis van ONSTERFELIJKHEID?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onsterfelijkheid

v., 1. hoedanigheid of toestand van onsterfelijk te zijn: de onsterfelijkheid der ziel; — (praegn.) het onsterfelijk-zijn van de ziel: het geloof aan de onsterfelijkheid. 2. (fig.) eeuwigdurende roem: voor die prijs is de onsterfelijkheid te duur gekocht.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onsterfelijkheid

onsterfelijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. de eigenschap niet te zullen sterven Woordherkomst Afgeleid van onsterfelijk met het achtervoegsel -heid.

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onsterfelijkheid

onsterfelijkheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ster-fe-lijk-heid 1. het niet dood kunnen gaan ♢ hij gelooft in de onsterfelijkheid van de ziel 2. eeuwige roem ♢ met deze film verwerft hi...

2025-07-16
Occulte woorden tolk

G. de Purucker (1981)

Onsterfelijkheid

Een term waarmee een onafgebroken bestaan of zijn wordt bedoeld; maar deze opvatting van het woord is hoogst onlogisch en druist in tegen de natuur, want er is niets in de eindeloze en veelsoortige bestaansgebieden van de natuur dat ook maar twee ogenblikken achtereen precies hetzelfde blijft. Bijgevolg is onsterfelijkheid niet meer dan een produkt...

2025-07-16
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ONSTERFELIJKHEID

van de ziel wil zeggen dat deze in tegenstelling tot al wat lichamelijk is in zichzelf geen ontbindende elementen bevat, zodat zij de geschiktheid heeft om eindeloos te leven. Dit betekent echter niet, dat zij uit zichzelf nu ook feitelijk voortduurt. Als schepsel immers moet zij gedurig het bestaan krijgen van God, die al het geschapene in stand h...

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onsterfelijkheid

s., ûnstjerlikheit.

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Onsterfelijkheid

religieus-wijsgerig begrip betreffende de onaantastbaarheid van de ziel voor de dood. Het O.-s geloof komt bij de zgn. natuurvolken in primitieve vormen voor en werd bij vele cultuurvolken uitgebouwd tot een bepaalde leer, waarin een „hiernamaals” een grote rol speelt. In het Christendom is O. de negatieve uitdrukking van wat positief a...

2025-07-16
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ONSTERFELIJKHEID

(1, algemeen). De voorstelling van een voortzetting van het leven na de dood is zo algemeen en zo oud als de religie en de mensheid zelf. Zij komt echter op zeer verschillende wijzen voor. Wij onderscheiden:1. Onsterfelijkheid als kringloop van dood en leven. Dit is de opvatting van de vanzelfsprekende voortgang van het leven: zoals het voortschrij...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onsterfelijkheid

v. (de hoedanigheid onsterfelijk te zijn; het leven na de dood; eeuwigdurende roem): het geloof aan de onsterfelijkheid.