Wat is de betekenis van Onderkruiper?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

onderkruiper

(1908) (Barg.) iemand die klein van stuk is. Syn.: droppie*; garnaal*; gatkruiper*; gootgatstopper*; gup*; kabouter*; keutel* op poten; kiendop*; kleintje* pils; koffieboon*; krabbenkoker*; mug*; notenkraker*; ondersteek*; pikkie* noga; puddingstamper*. • Heeft een „nobele" eens een poosje geen thuis dan slaapt hij maar zoolang in of &oa...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onderkruiper

onderkruiper - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) werkwillige bij stakingen 2. klein persoontje Woordherkomst Naamwoord van handeling van onderkruipen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen [1] stakingsbreker

2024-04-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Onderkruiper

iemand die op listige wijze voordringt; indringer ten nadele van een ander. Meer specifiek: een stakingsbreker. Zij zouden een kwart procent van de courtage laten vallen onderkruipers zijn het, anders niet! - en zie nu eens wat ik gedaan heb om die slag af te weren. (Multatuli, Max Havelaar, of de koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschapp...

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Onderkruiper

iemand, die bij een staking het werk der stakers doet; (Barg.) een klein mannetje

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onderkruiper

s., ûnderkrûper.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderkruiper

m. (-s), 1. iets dat klein en achterlijk blijft: die heesters zijn maar on'derkruipertjes; klein ventje; 2. iem. die een ander in handel, nering of bedrijf onderkruipt, hem bij zijn klanten verdringt, hem in zijn zaken afbreuk doet; werkwillige tijdens een staking: onderkruipers zijn het, anders niet.

2024-04-27
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

onderkruiper

klein mannetje.

2024-04-27
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Onderkruiper

zie: Staking. Ook wel beunhaas, die buiten zijn beroep of betrekking arbeid verricht ónder het geldende tarief.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onderkruiper

m. onderkruipers (iem., die onderkruipt; min. iem. die het werk van een staker doet).