Wat is de betekenis van onderkoeling?

onderkoeling - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) van een vloeistof dat ze hoewel kouder dan het smeltpunt toch nog vloeibaar is ♢ Toen de onderkoelde regen op het wegdek kwam ontstond er direct een dikke ijslaag. 2. (medisch) van iets of een persoon dat het te koud is ...

Daling van de lichaamstemperatuur beneden de 35 graden Celsius. Onderkoeling treedt vooral op in de winter wanneer het plotseling kouder worden en mensen (vaak schaatsers) zich niet genoeg op de kou hebben voorbereid. Vooral een schaatser die valt op een natte plek op het ijs of die door het ijs zakt, raakt gauw onderkoeld. Regen vergroot de kans o...

v., (nat.) overafkoeling.

metastabiele toestand van een vloeistof, waarvan temperatuur beneden het stol(smelt)punt gedaald is. Onderkoeling wordt door kristallisatiekernen (stof) resp. slag of stoot dikwijls abrupt opgeheven, waarbij onder kristallisatie en daardoor warmteontwikkeling de temperatuur oploopt, totdat het stolpunt bereikt is.

toestand v/e vloeistof, waarin een andere agregaatstoestand zou moeten optreden in verband met de heerschende temperatuur; zoo kan b.v. zeer zuiver water, zonder te bevriezen, worden afgekoeld tot — 20°.

(ondər'koeling) v. afkoeling van een vloeistof tot onder het stollingspunt, zonder te stollen: zeer zuiver water kan, onder speciale omstandigheden, tot een van -20°C worden gebracht, zonder te bevriezen.

v., toestand van een vloeistof die beneden het smeltpunt vloeibaar blijft. (e) Zuiver water kan, door het zeer voorzichtig af te koelen en daarbij schokken te vermijden, een temperatuur van enige graden beneden 0 °C bereiken zonder dat zich ijs vormt; onder bijzonder gunstige omstandigheden tot zelfs -20 °C. Bij deze onderkoeling is de vloe...

v. (nat.) overafkoeling : onder gekoeld water van — 12° C.