Wat is de betekenis van onbezield?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbezield

bn., 1. niet bezield, levenloos: een onbezield voorwerp; ik ben geen onbezield stuk hout of steen; — zielloos; 2. (van de ogen) geen leven vertonende, levenloos, dof: er scheen licht terug te keren in dat onbezielde oog; 3. (fig.) zonder bezieling, koud: welk een onbezielde taal!; een dichtstuk zonder leven en gevoel, geheel onbeziel...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbezield

onbezield - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder geest, dof, levenloos Hij speelde een onbezieldde uitvoering van het pianoconcert. 2. zelfstandige naamwoorden worden in sommige talen onderscheiden in bezielde en onbezielde zelfstandige naamwoorden 'man', 'vro...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbezield

bn. (levenloos, niet bezield): een onbezield stuk hout of steen; er was geen licht in dat onbezielde oog; fig. wat onbezielde taal, koud!

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbezield

(onbə'zi:lt) bn 1. zonder ziel, zonder leven: de -e dingen van de natuur; een oog 2. zonder geestdrift, koud: gerijm. Syn. ontzield, zielloos.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbezield

(het accent wisselt), bn., 1. niet bezield, levenloos: een on'bezield voorwerp; ik ben geen on'bezield stuk hout of steen; zielloos; 2. (van de ogen) geen leven vertonende, levenloos, dof; 3. (fig.) zonder bezieling, koud: onbezielde taal.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbezield

bn. niet bezield, niet met eene ziel begaafd, levenloos : een onbezield voorwerp; dat onbezielde geld !; ik ben geen onbezield stuk hout of steen; zielloos : een onbezielde klomp ! den naam van Mensch onwaard; — (van de oogen) geen leven vertoonende, levenloos, dof : er scheen licht terug te keeren in dat onbezielde oog; (fig.) niet als met e...