Wat is de betekenis van onbevangen?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbevangen

bn. bw., ongedwongen, vrijmoedig, onbeschroomd: on'bevangen om zich heen zien; zijn optreden was kalm en onbevan'gen; — niet door scrupules geremd: on'bevangen zijn oordeel zeggen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbevangen

onbevangen - Bijvoeglijk naamwoord 1. geen vooroordeel hebbend; onpartijdig zijn 2. geen schroom hebbend, vrijmoedig Woordherkomst Afgeleid van bevangen met het voorvoegsel on-

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbevangen

onbevangen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-van-gen 1. nergens door geremd ♢ onbevangen gaf zij antwoord op alle vragen 2. zonder partij te kiezen ♢ ik heb onbevangen geoordeeld over het...

2025-07-15
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Onbevangen

In het Middelnederlands bestond een werkwoord bevaen: pakken, bezetten, voorzien van. Met kinde bevaen betekende: zwanger. Dit bevaen is ons bevangen dat nog wel gebruikt wordt in de betekenis: overmeesteren, overvallen. Iemand is door de kou bevangen. Vroeger zei men ook: door een koorts of door liefde bevangen. Van dit werkwoord bevangen is onbev...

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbevangen

bn., bw. (zonder vooroordeel): een onbevangen oordeel, onpartijdig; iem. onbevangen te gemoet treden, vrijmoedig; germ.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbevangen

(onbə’vangən) bn. en bw 1. zonder vooringenomenheid: een mening; over iets oordelen 2. vrijmoedig: zeggen wat men meent.