Wat is de betekenis van Omzwaaien?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

omzwaaien

(1956) (stud.) van studierichting veranderen. • Omzwaaien naar een ander terrein van studie gaat echter ook vaak met grote spanningen gepaard. (De Telegraaf, 05/11/1956) • Dit is waarschijnlijk de reden, waarom hij na korte tijd „omzwaaide", zoals dat in studentenjargon heet, naar de juridische faculteit, waar hij het geluk had zic...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omzwaaien

omzwaaien - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van en Antoniemen

2024-04-26
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Omzwaaien

Omzwaaien - van studierichting veranderen.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omzwaaien

v., omswaeije, swinke.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omzwaaien

(zwaaide om, heeft en is omgezwaaid), 1. (overg.) in de rondte zwaaien: nadat hij zijn slinger enige malen met snelheid had omgezwaaid; 2. heren derwaarts zwaaien: terwijl hij op de bres stond en de vlag zegevierend omzwaaide; 3. omwenden: de koetsier wist met een behendige draai het rijtuig om te zwaaien; (van vaartuigen) ze met een zwa...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omzwaaien

(’om) (zwaaide om, heeft en is omgezwaaid) 1. Eig. met een zwaai doen keren : een rijtuig -. 2. Metn. met een zwaai keren ; bij het veranderen van de stroom, zwaaide het schip om. 3. Metf. van richting veranderen : naar een ander studievak -. ܘ ontzwenken (’om) (zwenkte om, heeft en is omgezwenkt) 1. Eig. met een zwenk omwenden :...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

omzwaaien

(zwaaide om, heeft en is omgezwaaid), I. (overg.) 1. in de rondte zwaaien; 2. heren derwaarts zwaaien: terwijl hij de vlag zegevierend omzwaaide; 3. omwenden; (van vaartuigen) ze met een zwaai omwenden; II. (onoverg.) 1. een zwaai maken: kort —, met een min of meer korte zwaai om of langs iets heen rijden; 2. met snelle vaart zich in...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omzwaaien

Omzwaaien (zwaaide om, heeft en is omgezwaaid), in de rondte zwaaien: nadat hij zijn slinger eenige malen met snelheid had omgezwaaid; — her- en derwaarts zwaaien, met kracht heen en weer slaan: terwijl hij op de bres stond en de vlag , zegevierend omzwaaide; — achterwaarts zwaaien, omzwenken: de koetsier wist met een behendigen draai...