Wat is de betekenis van ombinden?

ómbinden - Werkwoord 1. (ov) iets bevestigen door bindsels rond een bestigingspunt te wentelen ♢ Het ooglapje werd omgebonden en het piratenkeppeltje werd opgezet. ombínden - Werkwoord 1. (ov) bedekken met bindsels ♢ Elk wondje werd ombonden; h...

v., ombine.

...

I. (bond om, heeft omgebonden), 1. om het lijf binden: iem. een gordel, een sjerp enz. ombinden; hij bond het arme dier het touw zo stijf om, dat het bijna stikte ; 2. (van iets dat gebonden is) het anders binden, zodat het beter bevestigd wordt: die schoven zulten losgaan, ze moeten omgebonden worden; II. (ombond, heeft ombonden), iem. of iets...

I. ('om) (bond om, heeft omgebonden) 1. om het lijf binden: een doek -. 2. anders binden: schoven -. II. ('bindən) (ombond, heeft ombonden) met een band omsluiten: een pak met een riem -.

Ombinden (bond om, heeft omgebonden), om het lijf binden: iem. een gordel, een doek, eene sjerp enz. ombinden; hij bond het arme dier het touw zoo stijf om, dat het bijna stikte; — (van iets dat gebonden is) het anders binden, zoodat het beter bevestigd wordt: die schooven zullen losgaan, ze moeten omgebonden worden; — (ombond, heeft o...