nova
nova - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord novum Woordherkomst novum met uitgang -a, Latijns gevormd meervoud onzijdig Synoniemen nova
Wiktionary (2019)
nova - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord novum Woordherkomst novum met uitgang -a, Latijns gevormd meervoud onzijdig Synoniemen nova
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. (Stella) nova = nieuwe (ster)] 1 ster die plotseling tijdelijk zeer snel en sterk (bijv. lOOOx) in lichtkracht toeneemt (aanvankelijk voor een nieuwe ster gehouden omdat ze voorheen niet zichtbaar was) ( vgl. supernova); 2 mv van novum z.a.
Winkler Prins (1949)
nieuwe ster. Op een plek aan de hemel waar men aanvankelijk niets anders gezien had dan een zwakke ster, kan eensklaps een zeer heldere ster uitgroeien, die na verloop van enkele dagen of weken weer langzaam verflauwt en in het gunstigste geval nog met de telescoop waarneembaar is. Er blijkt een soort „explosie” te hebben plaatsgehad, w...
Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)
(Lat.; fem. v. novus = nieuw). Een z.g. nieuwe ster (Lat. nova stella). Plur. novae. Een speciale klasse van deze sterren, die de gewone novae ver in lichtkracht overtreffen, heten → super-novae.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: