Wat is de betekenis van NOVA?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nova

nova - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord novum Woordherkomst novum met uitgang -a, Latijns gevormd meervoud onzijdig Synoniemen nova

2024-04-30
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

nova

nova, - zie novus.

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nova

[Lat. (Stella) nova = nieuwe (ster)] 1 ster die plotseling tijdelijk zeer snel en sterk (bijv. lOOOx) in lichtkracht toeneemt (aanvankelijk voor een nieuwe ster gehouden omdat ze voorheen niet zichtbaar was) ( vgl. supernova); 2 mv van novum z.a.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nova

opkomende ster

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nova

(Lat.), v., (novae), nieuwe of nieuw ontdekte ster in een sterrenbeeld.

2024-04-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Nova

nieuwe ster. Op een plek aan de hemel waar men aanvankelijk niets anders gezien had dan een zwakke ster, kan eensklaps een zeer heldere ster uitgroeien, die na verloop van enkele dagen of weken weer langzaam verflauwt en in het gunstigste geval nog met de telescoop waarneembaar is. Er blijkt een soort „explosie” te hebben plaatsgehad, w...

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

nova

(Lat.) o. mv. (van novum).

2024-04-30
Vreemde woorden in de Sterrenkunde

Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)

Nova

(Lat.; fem. v. novus = nieuw). Een z.g. nieuwe ster (Lat. nova stella). Plur. novae. Een speciale klasse van deze sterren, die de gewone novae ver in lichtkracht overtreffen, heten → super-novae.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nova

o. mv. (Lat. meerv. van novum; nieuwigheden, noviteiten).