Wat is de betekenis van Notariaat?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Notariaat

[Fr. notariat] notarisambt, -standplaats of -praktijk.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Notariaat

notarisambt

2024-04-26
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Notariaat

Het ambt van notaris; ook: de standplaats, het notariskantoor. Een notaris is openbaar ambtenaar, belast met het opmaken van authentieke akten op privaatrechtelijk terrein en andere hem/haar door de wet opgedragen werkzaamheden. Notarissen worden door de Kroon benoemd. Om voor benoeming in aanmerking te komen moeten zij een notariële studie me...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Notariaat

o., ambt van notaris

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Notariaat

(<Fr.), o. (...riaten), 1. ambt, vak van notaris: de opleiding tot het notariaat; 2. standplaats, praktijk van een notaris.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

notariaat

o. het ambt van notaris.

2024-04-26
Ensie 1947

Redactie H.A. Enno van Gelder, Jakob Pieter Kruijt, Jan van den Brink, Johan Valkhoff (1947)

Notariaat

De maatschappelijke functie van de notaris bestaat in de eerste plaats in het opmaken van acten omtrent handelingen en feiten, welke het burgerlijk en het handelsrecht betreffen. In vele gevallen eist de wet op straffe van nietigheid, dat de rechtshandeling bij een authentieke acte tot stand komt, b.v. de huwelijksvoorwaarden, de hypotheek e...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

notariaat

o. notariaten (Fr. notariat, Lat. notariatus: het ambt van notaris, zijn werkkring, standplaats; zijn praktijk).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Notariaat

Openbaar ambt, dat de bevoegdheid verleent bewijskrachtige oorkonden op te maken. Het n. is geregeld: in Ned. bij de wet van 9 Juli 1842 (Stbl. 20) op het notarisambt, laatstelijk gewijzigd 15 Mei 1931 (Stbl. 195); in België bij de wet van 25 Ventôse jaar XI, gewijzigd 16 Dec. 1922, 16 April 1927, 13 Dec. 1935, 22 Febr. 1936. Volgens dez...