Wat is de betekenis van noodzakelijk?

2025-11-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Noodzakelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. niet kunnende vermeden of verzuimd worden: noodzakelijke bezigheden; een noodzakelijke reden; — (als bw.) ik moet noodzakelijk op reis; 2. volstrekt nodig voor het bereiken van zeker doel, onmisbaar, vereist: krijgstucht is in een leger noodzakelijk; 3. onvermijdelijk moetende gebeuren: een noodz...

2025-11-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

noodzakelijk

noodzakelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. erg nodig Met die erge sneeuw doen we alleen de noodzakelijke boodschappen. in het wetenschappelijk en filosofisch taalgebruik noemt men iets noodzakelijk als het tegengestelde onmogelijk is Woordherk...

2025-11-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

noodzakelijk

noodzakelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: nood-za-ke-lijk 1. absoluut nodig, onmisbaar ♢ een noodzakelijke reparatie 2. waaraan je niet kunt ontkomen ♢ het was een noodzakelijk gevolg...

2025-11-11
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

2025-11-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Noodzakelijk

adj. & adv., needsaeklik, nedich; het is niet —, it binne gjin needsaken.

2025-11-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

noodzakelijk

1 bn., bw. (volstrekt nodig): een noodzakelijke verbetering; in dit dorp moet noodzakelijk een dokter wonen; 2. zn. o. noodzakelijke: het noodzakelijke gaat vóór.

2025-11-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

noodzakelijk

('sa:kələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. dringend, volstrekt nodig : een -e verdediging, reden; geworden veranderingen; ik moet met hem spreken. Syn. ➝ nodig. 2. onvermijdelijk moetend gebeuren : een gevolg, kwaad. 3. onvermijdelijk waar zijnd : een -e gevolgtrekking.

2025-11-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

noodzakelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. (filosofie) wat niet anders kan zijn; 2. wat niet vermeden of verzuimd kan worden: noodzakelijke bezigheden; een noodzakelijke reden; (als bw.) ik moet noodzakelijk op reis; 3. onmisbaar: noodzakelijke levensbehoeften, levensonderhoud; zelfst.: zijn uitgaven beperken tot het noodzakelijke, tot wat voor onderhoud vereist...

2025-11-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Noodzakelijk

bn. bw. (-er, -st), volstrekt noodig, door den drang der omstandigheden vereischt : krijgstucht is in een leger noodzakelijk; dat is een noodzakelijk kwaad, waaraan niet (of uiterst moeilijk) te ontkomen is; ik moet noodzakelijk op reis. NOODZAKELIJKHEID, v.

2025-11-11
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Noodzakelijk

zie Noodig.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-11
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)