Wat is de betekenis van Nok (zeilvaart)?

2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Nok (zeilvaart)

Piek. Uiteinde van een liggend rondhout, b.v. van een ra, den kluiverboom of den gaffel. Verder is de nok de bovenhoek van een zeil. De vier hoeken van het grootzeil zijn: de bek, de nok, de hals en de schoot. De nok is de hoek gevormd door het achterlijk en het bovenlijk (lijken zijn touwen zoomen). Laat men de piek of de nok van den gaffel zakken...